Ik had niet helemaal meegekregen hoe laat het ontbijt nou precies beneden in de centrale ruimte van het hotel was, dus ik wachtte tot een tijdstip dat het zéker okee zou zijn. Iets voor half 9 kwam ik de trap af en toen was het behoorlijk druk. Ik vond een plekje aan het raam en schoof daar aan met een vol bord met toast, een gekookt ei, curry, chapati en tot slot ook nog een vers gebakken wafel. Het smaakte fantastisch na twee weken pannenkoek ’s ochtends. Ik raakte aan de praat met de mensen vlak achter me, een Nederlands(zij)-Nepalees(hij) gezin. Ik vroeg of ze nog tips hadden voor het avondeten (gezien ze twee kinderen mee hadden, zouden ze op safe gaan nam ik aan). Ze verwezen me naar een restaurant in dezelfde straat als het hotel, waar ze schijnbaar fantastische dal baht hadden. Na het ontbijt besloot ik eerst een shirtje, hemdje en wat sokken en ondergoed te wassen, zodat dat buiten kon drogen. Na drie keer naspoelen gaf ik het op: er kwam nog steeds pikzwart water vanaf. Voor nu was het goed genoeg vond ik. Ik had verder geen plannen, behalve rondkijken in Pokhara, uitgebreid koffiedrinken en op souvenir-jacht.
Voor de lunch streek ik neer bij een koffiebarretje waar ik goede recensies over had gelezen. Ik at er een pita met falafel en humus, onder het toeziend oog van een Boeddhabeeld dat naast m’n tafeltje stond. Was ik toch niet helemaal alleen. Na de lunch slenterde ik terug naar het hotel om m’n oogst weg te brengen (een shawl voor Jacqueline, NorthFake-petjes voor de mannen, portemonnees voor de dames en twee sinaasappels voor mezelf). Ik hield een korte break, regelde een busticket voor de terugreis naar Kathmandu en dook toen opnieuw de stad in voor het andere deel van de hoofdstraat en de boulevard. Daar eindigde ik op dezelfde plek als waar ik een dag eerder koffie had gedronken en trof daar opnieuw de mannelijke helft van het Nederlandse stel van de Manaslutrekking. Ik bestelde een Gorkha-bier en kreeg er een bak popcorn bij. We kletsten wat, tot z’n vriendin terug kwam van de massage. Ik bleef alleen achter op het grote dakterras en genoot van de zonsondergang. Ik maakte een praatje met de serveerster en liet haar later de foto zien die ik even gauw aan de waterkant was gaan maken, toen de zon en een bootjes wel voor een erg fraai beeld zorgden. Ze zag de foto van de kinderen op m’n startscherm van m’n telefoon en wilde daar vooral ook meer over weten. Grappig hoe makkelijk je toch elke keer weer een gesprek hebt als je alleen reist. Ik vond het echt een eye-opener!
Op de boulevard was het druk: overal flaneerden en poseerden sjiek geklede Nepalese toeristen, er slenterden hippies in wijde harembroeken en sportieve outdoortypes in korte broek, er waren vele oude vrouwtjes met stalletjes met verkoopwaar, er brandden vuurtjes waarop mais werd geroosterd, er zaten stelletjes in het gras, jonge dames maakten selfies met bootjes op de achtergrond…. Er viel een hoop te zien en dat was prima vermaak.
Ik besloot dal bath te gaan eten bij het restaurant dat me was aangeraden en ik kwam een volledig lege tent binnen. Op 4 mensen na…. Het Nepalees-Nederlandse gezin. Ze nodigden me direct bij hun aan tafel uit. Dat was natuurlijk veel gezelliger dan alleen eten. We deelden een fles bier (want 600 ml en ik had er al een op) en bestelden allemaal dal bath. Waar zij nergens last van leken te hebben, stroomde bij mij het zweet over m’n gezicht. Dit was by-far de meest pittige dal bath tot nog toe! We kletsten over onze ervaringen tot nog toe en de verdere reisplannen. Ik was natuurlijk vooral geïnteresseerd over het reizen met kinderen naar Nepal, want tsja… de gedachte om de kinderen ook eens mee te nemen naar dit indrukwekkende land was natuurlijk al wel voorbij gekomen. Wie weet in de toekomst….?