Deze vierde trekkingsdag stond een relatief korte en eenvoudige etappe op het programma. Omdat het de vorige dagen veel te heet was geweest, vertrokken we op tijd. De zon was nog achter de bergen. Over een asfaltweg verlieten we Amsouzert, maar doordat we door diverse dorpjes en langs bebouwing liepen was dat wel heel leuk. Het volgende deel van de route ging over een nieuw aangelegd pad richting Lac d’Ifni. Het bestond uit een steil stenenpad en een enorme trap. De zon brandde weer lekker. Na verloop van tijd zagen we het turcoise meer onder ons liggen. Daarlangs zouden we ergens ons kamp opbouwen. Maar eerst hielden we pauze bij een klein tentje, waar we thee dronken en sinaasappels en versgepelde noten aten. Jasper had wederom veel last van z’n maag en ging even liggen op de gekleurde kussens en kleden. Nadat we wat hadden gerust begonnen we aan ons laatste deel van de tocht: een smal bergpaadje hoog langs de bergflank. Gelukkig waaide er wat frisse wind over het meer, zodat het redelijk te doen was in de zon.
Net als twee dagen eerder bestond ons kamp uit een schuurtje met daarnaast onze tenten. Verder waren er geen voorzieningen. We bivakkeerden de hele middag op de matten onder de overkapping. Maar ook namen we uiteraard een frisse duik in het meer. Dat was lekker zeg!! En heel bijzonder zo met elkaar. Daarnaast was het een goed moment om onze kleren te wassen, want wat een stoffige boel zeg! De Zwitserse dame, die we al eerder tegen kwamen, zat een eindje verderop in een tentje en nam eveneens een plons.
‘s Middags voelde ik een echte aardbeving.
Naar Marokkaanse maatstaven aten we ‘s avonds idioot vroeg, zodat we op tijd konden slapen. Vanwege de lange etappe en de hitte zouden we de volgende echt heel vroeg vertrekken. De wekker werd om 4 uur gezet.
Afstand: 10.5 km – 760 hm