De dag startte met een superlekkere bananenpannenkoek, lekker buiten in de zon. Het was weer erg fijn om in korte broek te lopen, na alle koude dagen (eerlijk is eerlijk: zolang ik in beweging ben kan ik heel goed tegen kou, maar zodra ik stil zit vind ik kou gewoon ellendig).
Er stond een blinkend witte jeep klaar voor ons vervoer. Blijkbaar had Chhiering de chauffeur gisteren de opdracht gegeven de auto te poetsen. Hahaha, hij is een strenge opdrachtgever. Voor een paar uur reden we verder het dal uit. Langzaamaan werd de omgeving geciviliseerder en de wegen (paden) wat beter. Er zou een moment komen dat ik in m’n eentje uit de jeep gezet werd, maar ik wist niet waar en wanneer. Ik dacht er nog maar niet teveel over na. Toen, in een wat grotere en drukkere plaats (Dumre misschien?) was het eindelijk zover. Chhiering ging op zoek naar een tourist-busmaatschappij die mij naar Pokhara kon vervoeren. Dat lukte niet en het werd een lokale bus. Okeeeee….
Samen met Lakpha zorgde hij dat ik op een stoel bij een open raampje kwam te zitten en plantte m’n enorme rugzak op de stoel naast me. Ik zat met m’n knieën volledig klem tegen de stoel voor me en aan weerszijden zat ik klem tussen m’n tas en het raampje. M’n dagruzak had ik op schoot. Kortom, ik kon geen kant op.
Ondertussen druppelden er steeds meer mensen de bus binnen. En nog meer. En nog meer. Af en toe kwamen er ook nog verkopers de bus binnen of ze probeerden je via de open raampjes van alles te verkopen. Tegen de tijd dat de bus vertrok, was het al behoorlijk vol. En zo begon er een nieuw avontuur: in m’n eentje nog een week op reis door Nepal! Met de eerste ervaring in een overvolle lokale bus… dat waarvan iedereen altijd zegt: probeer lokale busreizen te vermijden, want gevaarlijk en te druk. Nou, ik heb het maximaal kunnen ervaren! En had daardoor geen tijd om m’n trekkingmaatjes te missen. Na een paar uur (de mensen stonden inmiddels ook hutje-mutje in het gangpad) stopte de bus ineens en ging iedereen eruit. Ik bleef wat vertwijfeld zitten, wat is nu de bedoeling? Want we zijn zeker nog niet in Pokhara! Om de een of andere reden moesten we allemaal in een andere bus stappen. Wanhopig stond ik bij de deur met m’n twee rugzakken…. Hier pas ik onmogelijk nog bij!!! Een vrouw stond op om plaats te maken voor me, ik voelde me er ongemakkelijk bij, maar zag ook geen andere oplossing dan toch gebruik te maken van het aanbod. Met behulp van andere reizigers tilde ik m’n rugzak naar voren en zette hem op het lege plekje op het bankje. Zelf paste ik er met 1 bil netaan naast. Voor m’n voeten was geen plek, behalve als ik op m’n tenen bleef staan. M’n dagrugzak hield ik op schoot. Ik was ingestapt bij een buschauffeur-from-hell…. Hij reed als een gek en stopte telkens abrupt als de jongen, die aan de buitenkant hing, een klap op de zijkant van de bus gaf. Ik had een plekje waarbij ik opzij reed en doordat ik zowel m’n voeten als m’n billen niet goed kwijt kon, zat ik verre van stabiel. Ik kon met 1 hand een vies stoffig randje van een discutabel kastje boven m’n hoofd vasthouden. En ondertussen hield een vrouw, die achteruit reed, zich vast aan mijn blote knie. In de bus was het drukkend heet (want geen airco) en doordat de raampjes open stonden, ademde ik constant zand, stof en uitlaatgassen in. Al met al een zotte situatie die je in Nederland onacceptabel zou vinden, maar waar ik nu inwendig om grijnsde en stiekem toch van genoot.
Gebutst, gekraakt en gesloopt kwam ik aan in Pokhara en regelde daar een taxi die me naar het hotel kon brengen. Er stonden zich 6 mannen mee te bemoeien; ik had al een prijs afgesproken en ik zat al in een taxi, dus ik snapte niet heel erg waarom iedereen rondom de auto stond en aan me bleef vragen om een adres en telefoonnummer van het hotel. Ik had toch echt maar 1 chauffeur nodig en dan bij voorkeur diegene bij wie ik nu in de auto zat. De beste man had geen idee waar ik heen moest, maar ik had allang een paar keer gezegd dat ik de routebeschrijving had. Uiteindelijk loodste ik hem zonder problemen door de straten en het verkeer van Pokhara.
Het hotel was pure luxe na de afgelopen weken! Ik had een groot tweepersoonsbed met een heerlijk matras, ik had een eigen warme douche en toilet…. En ik had een balkon! De douche was een genot, eindelijk goed m’n haren en alle stof en viezigheid van m’n lijf wassen!
Ik liep naar het meer en ben daar eerst lekker cappuccino gaan drinken. Genieten! Zowel van de goede koffie als het prachtige uitzicht op het meer. Stomtoevallig trof ik daar het Nederlandse stel dat we eerder tijdens de trekking ook al tegen waren gekomen (zij liepen met Zwitsers). We kletsten wat en ik vroeg of ze nog tips hadden voor het avondeten. Het werd een pizza, vlakbij m’n hotel om de hoek.
Wat ik zo snel zag van Pokhara, was dat het een leuke stad was, met een ontzettend fijne sfeer. Dat zou wel goed komen de komende dagen!